Is het gezegd of gezegt? Natuurlijk is het ‘gezegd’. De meeste mensen zullen direct zien dat ‘gezegt’ niet klopt. Toch kom je dit soort dt-fouten de laatste jaren steeds vaker tegen; ‘hij feliciteerd, hij controleerd, hij werdt…’ het lijkt wel of we soms maar gewoon wat doen. Daarom leg ik het hieronder nog een keer uit.
Werkwoorden zijn doorgaans woorden die aangeven dat we iets doen, zoals: lopen, werken, fietsen, slapen, faxen, controleren, rennen, redden, verspreiden, verzenden, regelen, winkelen, beloven, et cetera. Maar het kan ook een gebeuren aangeven (plaatsvinden, ontstaan) of een toestand (liggen, zitten, verkeren, staan).
Vraag jezelf alléén af of er een T achter een werkwoord komt te staan indien het om een werkwoord gaat in de tegenwoordige tijd. Hij werdt is net zo maf als hij liept. Hij controleerd is net zo vreemd als hij loopd en zo is ik wordt net zo krom als ik werkt. In de tegenwoordige tijd wordt nooit een d aan de stam toegevoegd (over de stam gaan we het later hebben).
Onthoud dit dus goed: die extra T geldt nóóit (echt NOOIT!) voor een voltooid deelwoord. In gewone taal komt dat meestal neer op iets wat al heeft plaatsgevonden. Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-. Iets gebeurt nú/op dit moment (tegenwoordige tijd), of iets ís al gebeurd (voltooid). Je vertelt iets, of je hébt iets verteld. Dus: De moeder vertelt een verhaal (tegenwoordige tijd/op dit moment). Of: De moeder heeft een verhaal verteld (voltooid tegenwoordige tijd/het heeft al plaatsgevonden).
Enkele voorbeelden van werkwoorden in tegenwoordige tijd:
- Ik loop, hij/jij/dat/dit loopt, wij lopen.
- Ik vertel, hij/jij/dat/dit vertelt, wij vertellen.
- Ik reis, hij/jij/dat/dit reist, wij reizen.
- Ik fiets, hij/jij/dat/dit fietst, wij fietsen.
- Ik werk, hij/jij/dat/dit werkt, wij werken.
- Ik verf, hij/jij/dat/dit verft, wij verven.
- Ik beloof, hij/jij/dat/dit belooft, wij beloven.
- Ik bedoel, hij/jij bedoelt, wij bedoelen.
- Ik controleer, hij/jij controleert, wij controleren.
Dus ook: ik word, hij/jij/dat/dit wordt, wij worden.
Dus ook: ik red, hij/jij/dat/dit redt, wij redden.
Dus ook: ik verzend, hij/jij/dat/dit verzendt, wij verzenden.
Dus ook: ik onthoud, hij/jij/dat/dit onthoudt, wij onthouden.
En ook: ik vind, hij/jij vindt, wij vinden.
In voltooid tegenwoordige tijd (voltooid deelwoord):
- Ik heb gereisd, hij heeft gereisd, wij hebben gereisd.
- Ik heb gefietst, hij heeft gefietst, wij hebben gefietst.
- Ik heb gewerkt, hij heeft gewerkt, wij hebben gewerkt.
- Ik heb geverfd, hij heeft geverfd, wij hebben geverfd.
- Ik heb beloofd, hij heeft beloofd, wij hebben beloofd.
- Ik heb gecontroleerd, hij heeft gecontroleerd, wij hebben gecontroleerd.
Maar waarom eindigen gefietst en gewerkt met een T? En gereisd, beloofd, geverfd en gecontroleerd in dit geval met een D? Hoe kom je er achter of het belooft is of beloofd, en of het bedoelt is of bedoeld? Deze laatstgenoemde werkwoordsvormen zijn tenslotte allemaal juist gespeld.
Dat kun je heel eenvoudig ontrafelen door gebruik te maken van ’t KOFSCHIP. Of tegenwoordig ook wel ’t TAXIKOFSCHIP genoemd, omdat de X eveneens meedoet. ’t (TAXI)KOFSCHIP GEBRUIK JE ALLEEN BIJ EEN VOLTOOID DEELWOORD. Zoals je de extra T alleen gebruikt bij woorden in de tegenwoordige tijd (en nooit bij een voltooid deelwoord), gebruik je ’t (TAXI)KOFSCHIP nooit bij woorden in de tegenwoordige tijd. Indien de stam van een werkwoord eindigt op een medeklinker die in ’t KOFSCHIP voorkomt, eindigt het voltooid deelwoord daarvan met een T. Denk maar aan de ’t van ’t (TAXI)KOFSCHIP.
Maar wat is nou weer de stam van een werkwoord? Simpeler dan je denkt; de stam van een werkwoord vind je door van het hele werkwoord -en af te halen; wat je overhoudt, is de stam. Kijk goed!
- Fietsen, fietsen. De stam van fietsen is dus fiets.
- Werken, werken. De stam van werken is dus werk.
- Reizen, reizen. De stam van reizen is reiz.
- Verven, verven. De stam van verven is verv.
- Beloven, beloven. De stam van beloven is belov.
Ja, je ziet het goed. REIZ, VERV en BELOV. En niet REIS, VERF en BELOOF, zoals velen denken.
Nu ga je kijken naar de laatste letter (medeklinker) van de stam. Bij reiz is dat de Z. Komt de Z voor in ’t (TAXI)KOFSCHIP? Nee. Dus eindigt het voltooid deelwoord van reizen (ik heb gereisd) met een D.
Bij verven is dat de V. Komt de V voor in ’t (TAXI)KOFSCHIP? Nee. Dus eindigt het voltooid deelwoord van verven (hij heeft geverfd) met een D, en niet met een T.
Bij beloven is dat ook de V. Komt de V voor in ’t (TAXI)KOFSCHIP? Nee, nog steeds niet. Dus eindigt het voltooid deelwoord van beloven (hij heeft beloofd) met een D, en niet met een T. Nogmaals: belooft eindigt alléén met een T indien het om de tegenwoordige tijd gaat (hij/jij/zij/dat/dit/het belooft).
En zo geldt dit voor alle werkwoorden. Ook de werkwoorden waarin X voorkomt, evenals Engelse woorden.
Faxen, faxen. De stam van faxen is dus fax. Komt de X voor in ‘t (TAXI)KOFSCHIP? Ja. Dus is het voltooid deelwoord van faxen gefaxt, met een T.
Racen, racen. Komt de C voor in ‘t (TAXI)KOFSCHIP? Ja! Dus is het voltooid deelwoord van racen toch echt geracet. Maar let op. Bij Engelse woorden doet de E wel mee in de stam. De stam van racen is officieel race en niet rac.
Net als updaten; de stam van updaten is update en niet updat. De E is dan wel de laatste letter, maar ook een klinker, en klinkers (a, i, o, u, e) doen niet mee als het gaat om de regels van ‘t (TAXI)KOFSCHIP. Het gaat altijd om de laatste medeklinker van een stam. Dus: updaten, updaten, ik heb ‘geüpdatet’.
En liken. Ik like, jij liket, ik heb ‘geliket’. Like is de stam van liken (want liken). De K zit in ’t taxikofschip, dus is het ‘geliket’ en níet het veel voorkomende ‘geliked’!
Nog één foefje
Twijfel je nog steeds of er nu wel of geen T achter moet staan? Vervang dit woord dan door een ander werkwoord, waarbij je de T wél duidelijk hoort, zoals lopen of werken. Je zegt immers niet loopt jij? of werkt jij?, dus wordt het ook word jij?, zonder T. Word/wordt (loop/loopt) hij morgen achttien, of negentien jaar? Je zegt immers niet loop hij?, maar wel loopt hij?, dus is het in dit geval ook wordt hij.
En nu hoop ik maar dat ik het bovenstaande goed heb uitgelegd. 🙂
Yvonne zegt
Bedankt Yvonne, ik hoop dat andere bloggers dit eens gaan lezen en gaan bestuderen want het is echt verschrikkelijk wat er in bloggersland gebeurt.
Yvonne van der Wal zegt
Jij bedankt voor je reactie! 🙂
Fabienne, enjoyyourownbeauty zegt
Wat een mooi artikel en zeker heel handig! Ook ik heb vaak genoeg dat ik twijfel over bepaalde woorden en dan toch nog maar even google raadpleeg! 🙂
Liefs
X
Yvonne van der Wal zegt
Dank je wel! 🙂
Lien zegt
Ben ik de enige die me er totaal niet aan ergert? Ik zie meestal een dt fout niet eens haha
Yvonne zegt
Als je de fout niet ziet, kun je je er ook niet aan ergeren.