‘Joh, je moet er gewoon niet te veel aan denken, want dan krijg je het júist warm,’ is zo’n beetje het standaardantwoord van zomerliefhebbers zodra ze iemand ook maar een heel klein beetje horen puffen tijdens een hittegolf. ‘Geniet er nou van! Want voor je het weet is het weer winter!’
Maar ze bestaan toch echt: de mensen die juist naar de herfst en winter snakken.
Mensen die helemaal niet blijmoedig en goedgemutst worden zodra de eerste de beste zonnestralen oprukken en met 15 graden acuut in hun bikini naar de zee racen. Er zijn toch echt mensen die nu eenmaal niet jubelen van agressieve wespen, dorstige muggen, hongerige vliegen, van baden in het zweet, van bakken in de volle zon met factor nul, van samengeklonterde mensenkuddes in het zand, van files naar het strand, van harde muziek uit open ramen, van krolse katten in de nacht, van blaffende honden in de tuin, van bomvolle pretparken en van graspollen die de ogen rood kleuren en obstipatie in de neus bezorgen.
Nee, deze mensen zitten bij een temperatuur van 30 graden liever binnen. In hun woonkamer met de gordijnen dicht en de ventilator als teamgenoot, wachtend tot de thermometer weer een paar graden lager aangeeft. Van winterdepressies hebben zij nog nooit gehoord. Zij genieten juist van de regen die knus tegen de ramen tikt en de graspollen vermorzelt. Ze leven zich uit in de sneeuw die als een deken de straten bedekt. Voor hen begint de zon pas te schijnen zodra die zo goed als verdwijnt. ‘Je moet er gewoon niet aan denken.’ Deze mensen krijgen het helemaal niet warm omdat ze aan de warmte denken, maar denken aan de warmte omdat ze het al warm hébben.
En ik begrijp ze. Want hoewel ik soms een heethoofd kan zijn, kan ik eveneens slecht tegen hitte. Een hekel aan de zomer heb ik zeker niet, maar van een temperatuur tegen of boven de 30 graden in combinatie met een hoge luchtvochtigheid word ik loom. Moe. Vergeetachtig. Nog een graad erger dan normaal. En een stuk chagrijn dat nagenoeg nergens zin in heeft. ‘Je moet er gewoon niet aan denken.’ Wanneer dat gezegd wordt, krijg ik het nog warmer. Dan begin ik spontaan te koken en kan ik diegene wel slaan. Hoe kun je er nou níet aan denken als je al nachtenlang wakker ligt van jeukende muggenbulten, van netelroos als gevolg van een te warm lijf, van een droge mond en dichtgeplakte, dikke oogleden als gevolg van hooikoorts en een nat dekbed als gevolg van zweten? Zullen de zomerliefhebbers die met dat geweldige inzicht komen er nog steeds zo over denken als ze al een hele poos in hun T-shirt op de Noordpool rondlopen, tevergeefs op zoek naar een tikkeltje warmte? Aggos, vriezen je tenen dood schat? Ach, je moet er gewoon niet te veel aan denken. En wat een mázzel dat de Noordpool langzaam aan het opwarmen is.
Uit onderzoek is gebleken dat onder jongeren zelfs meer zomerhaters zitten dan zomerliefhebbers. En dat je wel degelijk chagrijnig kunt worden van hitte. Mij verbaast me dat niet. Het fenomeen winterdepressie, daar hebben we allemaal wel iets over gehoord, we vinden het zelfs bijna acceptabel. Maar een zomerdepressie? Kom op zeg, doe normaal! De zomer is toch hartstikke leuk? Niemand wordt toch blij van kou en regen? Nou, dus wel.
Zoals de zomerliefhebbers het onbegrijpelijk vinden dat er mensen zijn die niet vrolijk worden van hoge temperaturen, zo begrijpen winter- en herfstliefhebbers niet dat je depressief wordt van sneeuw. Zomerdepressie, is simpelweg altijd het ondergeschoven kindje geweest. Want je mag niet zeggen dat je niet tegen hitte kan. En wee je gebeente die dat wel durft te melden; die wordt behandeld als iemand die van een planeet komt die we nog niet ontdekt hebben. Er lag en ligt nog steeds een groot taboe op het feit dat er ook mensen zijn die niet kapot zijn van zomerhitte, maar er letterlijk kapot van wórden. Misschien moeten we dat taboe eens doorbreken. Net zoals de eerste zonnestralen door de wolken. Velen zullen dan wellicht een gat in de helderblauwe lucht springen zodra meneer Paulusma een hittegolf aankondigt, maar ik, en vele anderen met mij, moeten er, inderdaad, níet aan denken.
© Yvonne van der Wal
Dit blog is eerder gepubliceerd op Tumblr
Gerlinda zegt
Ik lees net jou stukje over zomerdepressie, een geweldig goed geschreven stukje. Ikzelf heb een bloedhekel aan de hitte in de zomer. Stap vroeg uit bed, om met mn hond een lange wandeling te maken, zodat t beestje dr pootjes nog niet verbrand aan de bestrating. Iedereen kijkt me altijd aan of ze water zien branden, als ik zeg de pest te hebben aan de zomer. En owee als ik t op mn eigen tijdlijn op Facebook zet, krijg ik gelijk commentaar dat er ook nog mensen zijn, die wel van de zomer houden, ik moet dus niet zo egoïstisch doen. Wie zn tijdlijn is t nou eigenlijk? Komt bij ook nog eens bij dat mij in 2012 MS is geconstateerd, en de vit D van de zon wel goed zijn, maar de hitte niet. En dat leg ik dan altijd maar weer uit. Zou toch eigenlijk niet hoeven lijkt mij, Ik ben gewoon een wintermens, die elk jaar weer hoopt op pakken sneeuw. Je kunt per slot jecwarmer kleden tegen de kou, tegen de hitte wordt dat iets lastiger.
Yvonne zegt
Dank je wel! Ben het uiteraard helemaal met je eens. Ik houd wel van de zon, alleen niet in combinatie met 30 graden. Dat schijnt nogal lastig te begrijpen te zijn. 😉 Wat mij het meest stoort is dat je de warmte wel leuk MOET vinden. In nieuwsberichten wordt het steevast neergezet alsof het goed nieuws is. Daarbij heb ik hooikoorts. Ik zal op piekdagen binnen moeten blijven, anders word ik er letterlijk ziek van. Nee, geef mij ook de winter maar. 🙂
Bea zegt
Precies!! Heerlijk, dat er mensen zijn zoals ik…
Hans vd Geerr zegt
Jullie hebben helemaal gelijk! Ik ben ook zomerhater. 1. Hitte vreet alle energie weg. 2. Drukte in de vakantie. Je kan nergens normaal naar een museum. 3. Files op de weg. 4. Stinkende toeristen die zich overal voordringen. 5. In de OV bussen is het altijd stinkend heet.De chauffeurs
verdommen het om de airco aan te zetten. Etc. Over een maandje is het GELUKKIG weer herst. Daarna weer winter met een lekkere koude wind op mijn smoel. Dus ben ik een wintermens.
Sandra zegt
Eindelijk iemand die het snapt!
Ik heb er al jaren last van en nu bevestigd gekregen dat ik dus echt aan een zomerdepressie lijd. Maar het onbegrip van de buitenwereld en van de mensen die van de zomer houden is nog best groot.
En vaak vinden die het stiekem ook veel te warm, maar die werken de hele dag fijn in een ruimte met airco (dus prima uit te houden zo) of liggen in hun zwembad in de achtertuin, want anders is het niet te doen.
En waarom mogen zij wel klagen over de herfst en wij niet over de zomer?
Yvonne van der Wal zegt
Dank je wel! En zo is het inderdaad. Wij moeten toch ook de hele winter aanhoren hoe vreselijk het weer is? Nu is het onze beurt. 😉
Bea zegt
Precies! Ook al zo waar. Ik knap hier helemaal van op!!
Yvonne Nagel zegt
Ook ik kan niet tegen hitte. Zodra het kwik stijgt naar 25 graaden en meer haak ik af.
De enige plek waar ik het dan nog wel fijn vind is aan, nee, in het water.
Maar dan moet ik op de fiets stappen en 10 minuten trappen in de hitte om er te komen. Doe ik wel, want als ik langere tijd binnen moet zitten, met alles ook nog potdicht, word ik erg ongelukkig.
Dus toch maar op die fiets en total loss bij het water aankomen om er meteen in te plonzen… aaaaaaahhhhh, heerlijk!
Tja, en dan na een poosje ook weer terug op die fiets, in de hitte…
Pffffffffff
Naarmate ik ouder word krijg ik er steeds meer moeite mee.
Goddank ben ik deze zomer gestopt met werken, word in september pensioengerechtigd, anders was het leed helemaal niet te overzien.
Kan er ook echt naar van worden; duizelig, misselijk en hoofdpijn.
Nee, geef mij maar de herfst en de winter, en het vroege voorjaar, wanneer alles fris groen kleurt!!
Yvonne van der Wal zegt
Dank voor je reactie! Snap het helemaal. 🙂
Yvonne Nagel zegt
Toch maar niet zwemmen de komende dagen. Ik kan het nu echt niet opbrengen. Jammer….
Eric zegt
Dat zomer en hitte leuk gevonden moeten worden zie ik als uitingen van geconditioneerd gedrag. Even doorvragen bij de “liefhebbers” en je merkt al snel dat ze het eigenlijk ook niet prettig vinden om in de bloedhitte te moeten leven. Het na-papegaaien van “zomer is fijn” is het gevolg van niet af willen wijken van het algemeen heersende beeld dat door opvoeding en media in stand wordt gehouden. Een nieuwslezer bijvoorbeeld die aankondigt dat het dan eindelijk “normaal” zomerweer gaat worden met temperaturen van boven de 30 graden doet daar vrolijk aan mee. Hitte is vervelend, alles kost namelijk moeite, slapen, werken, huishouden enz. De eerste bekende Nederlander die ik zag ageren tegen dit ongemak was Jules Deelder. “elke dag weer die pleuriszon” schreef hij ooit in een reisverslag naar een “te” warm land. Mij uit het hart gegrepen.